h
Verkiezingsprogramma 2018

Zorg voor elkaar


In 2015 is de wijze van WMO* aanvraag gewijzigd. Dit is van de rijksoverheid over gegaan naar de gemeente. Onze gemeente heeft hierin fouten gemaakt, waardoor er mensen zijn die hun zorg (gedeeltelijk) kwijt raakten. De rechter en de staatssecretaris hebben de gemeente op de vingers getikt. De SP heeft van het begin af aan gewaarschuwd dat het anders moest.

De wijziging van de WMO heeft ook de thuiszorgmedewerkers veel stress gekost. We hebben samen met hen gestreden voor hun werk en de juiste uitvoer van de nieuwe zorgwet. Zij kregen uiteindelijk ontslag bij ZONL. Fijn dat de meeste thuiszorg medewerker weer werk hebben gevonden bij PGVZ. 

In Nederland moet je kunnen rekenen op de zorg die je nodig hebt. Maar er staat een boete van € 385,- op ziek zijn: het eigen risico. Er is veel bureaucratie in de zorg. Aan de marketing van zorgverzekeraars en het jaarlijkse overstapcircus worden miljarden verspild. De kwaliteit gaat omlaag, de kosten omhoog. Dat moet anders. Wij zeggen: schaf de zorgverzekeraars af en zet één Nationaal ZorgFonds op. Zonder onnodige bureaucratie, geldverslindende concurrentie en zonder eigen risico. Wij blijven ons inzetten voor een Nationaal Zorgfonds. 

Aan de manier waarop de zorg geregeld is in een land kun je de beschaving afmeten. Zorg moet er voor iedereen zijn, met welke achtergrond dan ook. Simpel-weg om het feit dat ziek of hulpbehoevend zijn voor niemand een keus is.

WMO
1.1 Een laagdrempelig loket voor de WMO is nodig. Hier moet duidelijke informatie gegeven worden over de mogelijkheden binnen de WMO. 

1.2 De keukentafelgesprekken vinden bij de zorgaanvrager thuis plaats, niet telefonisch.

1.3  Familie, vrienden of buren kunnen  nooit gedwongen worden om professionele zorg te verlenen. 

1.4 Huidige mantelzorgers en vrijwilligers moeten juist meer ondersteuning krijgen in plaats van hogere werkdruk. 

1.5 Er moet een maximum zijn voor de totale eigen bijdrage indien van verschillende WMO-voorzieningen gebruik wordt gemaakt.

1.6 Voor de WMO geldt een open-einde* regeling. We verkopen geen nee: mensen die een  voorziening nodig hebben, moeten die kunnen krijgen.

1.7 Om verspilling  tegen te gaan moet er een uitgifte punt voor (WMO) gebruikte hulpmiddelen worden opgezet. Hierbij is de hulpvraag klantgericht en de service optimaal.

GEZONDHEIDSZORG
1.8 Zolang het Nationaal ZorgFonds nog niet is ingevoerd, moet de gemeente in samenwerking met een zorgverzekeraar zorgen voor een goede zorgverzekering voor de minima, zonder eigen risico.

1.9 We gaan in zee met aanbieders zonder winstoogmerk. Aanbestedingen horen
niet thuis in de (jeugd)zorg. De (jeugd)zorg die nodig is wordt ingekocht op basis van 
samenwerking en niet op basis van concurrentie. 

1.10 De gemeente moet blijven streven naar ziekenhuiszorg op aanvaardbare afstand. 

1.11 Geld voor de zorg blijft voor de zorg.

1.12 Het geld van de WMO mag niet op een slinkse wijze door verzekeraars gebruikt worden  voor letselschade.

ZORG VOOR HET KIND
1.13 Ieder dorp of wijk moet de mogelijkheid hebben tot het organiseren van een consultatiebureau.

1.14 We gaan bij de jeugdzorg uit van: één gezin, één plan, één aanspreekpunt. Dit schept  duidelijkheid naar alle partijen.  

1.15 Geen wachtlijsten voor jeugdzorg. 

1.17 Een onafhankelijke ombudsman invoeren voor jeugdzorg.

ZORG VOOR OUDEREN
1.18 Het is de plicht van de gemeente om bij een zorgvraag de woonvoorzieningen aan te passen.

1.19 De gemeente moet het organiseren van activiteiten stimuleren, waardoor eenzaamheid  bestreden kan worden. 

1.20 Goed, toegankelijk en betaalbaar vervoer moet beschikbaar zijn voor senioren om goed zelfstandig te kunnen leven. 

PGB
1.21 Wij kijken eerst of zorg in natura mogelijk is. Kan dit niet,  dan moet een PGB beschikbaar zijn voor iemand die zorg nodig heeft en dat zelf kan organiseren. 

1.22 Wij waken ervoor dat er geen malafide bedrijven deze zorg organiseren.

ZORG VOOR ELKAAR
1.23 Armoede beleid
We verruimen de groep mensen die recht heeft op minimavoorzieningen van de gemeente. Daarmee zijn de kleinere inkomens en werkende minima die nu tussen het wal en het  schip vallen ook verzekerd van minimavoorzieningen. 

1.23.1 Mensen die onder onze ruime minimagrens vallen attenderen op de bijzondere 
bijstand, kwijtschelding gemeentelijke heffingen 

1.23.2 Er moet een ‘NOP-pas’ komen. Met de pas maken we activiteiten/producten  
goedkoper of gratis zodat iedereen hiervan kan genieten.

1.23.3 De kosten van een identiteitsbewijs voor mensen die op het minima niveau leven  kwijtschelden.

1.24 Schuldhulpverlening 
1.24.1 De schuldhulpverlening moet laagdrempelig toegankelijk zijn ook voor mensen met  relatief kleine schulden. Met genoeg fysieke contactmomenten. 

1.24.2 Er zijn geen wachtlijsten voor schuldhulpverlening.

1.24.3 Cliënten die uit de schuldhulpverlening komen, moeten minimaal één jaar begeleid  worden om zo terugval te voorkomen. 

1.24.4 Schulden mogen niet leiden tot huisuitzetting.

1.24.5 Over sociale leninge worden geen woekerrentes gevraagd

1.25 Voedselbank
Deze voorziening zou overbodig moeten zijn. Helaas op dit moment is er een grote behoefte aan deze noodhulp. 

1.25.1  De voedselbank en andere soort gelijke initiatieven moeten een beroep kunnen 
doen op subsidie.

Preventie/voorlichting
Illegaliteit van softdrugs leidt tot criminaliteit, ook in de Noordoostpolder.

1.26 De gemeente moet les/voorlichting over de gevaren van alcohol, hard- en softdrugs  verplicht stellen vanaf het 1e jaar op de middelbare school.

1.27 Er moet regie genomen worden in de teelt en verkoop van cannabis. Aanhaken op de  landelijke pilot van gemeentelijke wietteelt.

1.28 Er moet een coffeeshop komen om illegaliteit van hard- en softdrugs die leidt tot 
criminaliteit te voorkomen. Een coffeeshop kan een centrum van voorlichting en controle zijn.

U bent hier